Moestuincoach Goirle

Bekijk de zaaikalender! 

Wat plant je, wanneer en doe je dit binnen of buiten?

Let op dat bijzondere weersomstandigheden ervoor kunnen zorgen dat je soms beter later kan planten!

Januari

• Januari is nog midden in de winter, maar binnen kunnen al planten zoals paprika, chilipeper, aubergine en tomaat onder glas worden gezaaid omdat ze een lange groeiperiode nodig hebben en veel warmte vereisen. Knoflook en prei kunnen buiten worden geplant omdat ze koudebestendig zijn en de winter nodig hebben om goed te groeien.

Februari

• Februari begint langzaam te ontdooien, maar het is nog steeds koud. Binnen zaaien van tomaten, paprika’s, chilipepers en aubergines zorgt ervoor dat ze klaar zijn om buiten geplant te worden na de laatste vorst. Tuinbonen en spinazie kunnen buiten gezaaid worden omdat ze goed tegen de kou kunnen en vroeg oogstbaar zijn.

Maart

• Maart markeert het begin van de lente. Binnen kunnen nog steeds planten zoals sla, koolrabi, bloemkool, komkommer, courgette en pompoen worden gezaaid om ze een voorsprong te geven voordat ze naar buiten gaan. Buiten kunnen vroege gewassen zoals spinazie, tuinbonen, doperwten en wortelen worden gezaaid omdat ze koudebestendig zijn en snel groeien.

April

• April heeft mildere temperaturen en langere dagen. Dit maakt het een goede maand voor het buiten zaaien van veel groenten zoals aardappelen, wortelen, spinazie, radijs, doperwten, bietjes, sla, broccoli, koolrabi, bloemkool, prei en uien. Binnen kunnen nog steeds warmte-liefhebbende planten zoals komkommer, courgette en pompoen worden gezaaid.

Mei

• Mei is meestal vorstvrij en de bodem is opgewarmd, wat ideaal is voor het buiten zaaien van groenten zoals aardappelen, wortelen, spinazie, radijs, doperwten, bietjes, sla, koolrabi, bloemkool, prei, uien, snijbiet, boontjes, maïs, courgette en pompoen. Binnen zaaien van deze gewassen is ook nog mogelijk voor een langere groeiperiode.

Juni

• Juni heeft stabiele warme temperaturen en lange dagen, perfect voor het buiten zaaien van warmte-liefhebbende gewassen zoals boontjes, maïs, courgette, pompoen, radijs, sla, spinazie, wortelen, bietjes, snijbiet, koolrabi en bloemkool. De meeste groenten kunnen nu direct buiten gezaaid worden zonder bescherming.

Juli

• Juli is warm en zonnig, ideaal voor het zaaien van snelgroeiende gewassen zoals boontjes, radijs, sla, spinazie, wortelen, bietjes, snijbiet, koolrabi, andijvie en Chinese kool. Deze gewassen kunnen profiteren van de warme grond en zullen snel kiemen en groeien.

Augustus

• Augustus heeft nog steeds warme temperaturen, maar de dagen beginnen iets korter te worden. Dit maakt het een goede maand voor het zaaien van najaarsgewassen zoals radijs, sla, spinazie, wortelen, bietjes, snijbiet, koolrabi, andijvie, veldsla, rucola en winterpostelein die in de koelere herfst geoogst kunnen worden.

September

• September heeft milde temperaturen en voldoende vochtigheid, wat ideaal is voor het zaaien van herfstgewassen zoals spinazie, veldsla, winterpostelein, rucola en knoflook. Deze gewassen kunnen profiteren van de nazomerwarmte om te kiemen en groeien goed in de koelere herfst.

Oktober

• Oktober is koeler, maar nog niet te koud. Spinazie, veldsla, winterpostelein en knoflook kunnen goed groeien in deze omstandigheden en hebben vaak een periode van koude nodig om goed te kunnen overwinteren en in het voorjaar te oogsten. Tuinbonen kunnen bij zachte winters buiten worden gezaaid voor een vroege oogst in het voorjaar.

November

• November is de overgang naar de winter, maar knoflook kan nog steeds worden geplant omdat het koudebestendig is en een koude periode nodig heeft om goed te groeien. Tuinbonen kunnen bij zachte winters ook worden gezaaid. Binnen kunnen tuinkers op de vensterbank worden gezaaid voor verse greens tijdens de winter.

December

• December is midden in de winter, te koud voor buiten zaaien. Binnen kunnen tuinkers op de vensterbank worden gezaaid, omdat deze snel groeit en geen speciale omstandigheden vereist. Dit biedt een bron van verse greens tijdens de koude maanden.

Tips voor een succesvolle moestuin:

1. Bodemvoorbereiding: Zorg voor een goede bodemstructuur door te spitten en te verrijken met compost.
2. Vruchtwisseling: Wissel de gewassen elk jaar van plek om bodemziektes te voorkomen.
3. Water geven: Geef regelmatig water, vooral tijdens droge periodes, maar voorkom wateroverlast.
4. Bescherming: Bescherm jonge planten tegen vorst en ongedierte met netten of cloches.
5. Secties: Werk met secties voor je planten zodat je weet wat waar staat. Bij kleinere moestuinen kunnen er bakken/zakken gebruik worden waarbij de gehele grond vervangen kan worden om bodemziektes te voorkomen.

Deze kalender biedt een algemeen overzicht, maar houd rekening met lokale weersomstandigheden en specifieke zaaitijden van rassen voor de beste resultaten.